Naast je nieuwe werkzaamheden en loon maken ook je arbeidsvoorwaarden het verschil. Je denkt er misschien niet meteen aan, maar een nieuwe baan beïnvloedt ook je pensioen, je werktijden, je vervoer, toeslagen en uitkeringen of bonussen. Waar moet je op letten als je wisselt van baan?
Van loon tot onderhandelen over een auto, van een concurrentiebeding tot de arbeidsduur. Deze dingen moet je onder de loep nemen als je een nieuwe baan krijgt. In principe is alles onderhandelbaar, maar je moet wel kijken wat redelijk is voor de baan. Er is een onderscheid in primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden alleen beide zijn belangrijk en kunnen je voordeel opleveren. Je laat deze vastleggen in je arbeidsovereenkomst.
Alles wat volgens de wet is geregeld en waarover je afspraken maakt met je werkgever zijn primaire arbeidsvoorwaarden. Denk aan je salaris, vakantiedagen, vakantiegeld, toeslagen voor overwerk en andere wettelijk geregelde zaken. Deze voorwaarden worden vaak uitgekeerd in geld en leveren daarmee een financieel voordeel op.
Dit zijn voorwaarden die extra waarde voor jou persoon opleveren zoals vervoer, communicatiemiddelen, flexibel werken, opleiding en extra’s. Bijvoorbeeld een bonus, bovenwettelijke vakantiedagen, een auto van de zaak, een laptop of ouderschapsverlof. Maar ook flexibele werktijden of werken vanuit huis kun je bespreken bij je contractonderhandeling. Het verschilt per bedrijf wat de mogelijkheden zijn.
Secundaire voorwaarden kunnen ook financieel voordelig zijn. Zo kun je soms gebruik maken van een zorgverzekering (voor het hele gezin) of een opleiding laten financieren door je werkgever. Ook kinderopvang of een fietsplan kan een voorwaarde zijn. Wist je bijvoorbeeld dat een reiskostenvergoeding niet wettelijk verplicht is? Toch is dit vaak wel opgenomen bij de secundaire voorwaarden in de CAO’s.
Als je nog niet zo lang werkt ben je misschien nog niet bezig met je pensioen. Toch is het belangrijk om aan de verre toekomst te denken, zodat je niet onbedoeld met een pensioengat komt te zitten. Voor elke periode dat je werkt en pensioen opbouwt, krijg je later geld uitbetaald. Werkgevers zijn verplicht je goed te informeren over hoe je pensioen geregeld is.
De eerste vraag is dan ook, is er een pensioenregeling? Zo ja, wat is er in opgenomen? Wie betaalt bijvoorbeeld de pensioenpremie? Is er geen regeling dan zul je zelf pensioen moeten opbouwen. Ook als er wel een regeling is kan het verstandig zijn om zelf extra pensioen op te bouwen.
De stelregel voor je pensioen is dat het maandelijks minimaal 70% van het laatstverdiende salaris is. In dit geval gaat het om de combinatie van AOW, pensioen via je werkgever en individuele verzekeringen zoals lijfrente. Er veranderen belastingtechnisch wat dingen nadat je de AOW gerechtigde leeftijd hebt bereikt. Daarom geldt dat een pensioen van 70% van je laatstverdiende loon ongeveer gelijk staat aan 90% laatstverdiende nettoloon – uiteraard afhankelijk van meerdere factoren zoals aftrekposten en eigen woning. Maar het geeft je een indicatie wat je opbouwt met een normaal pensioen. Een richtlijn voor de pensioenpremie die je afdraagt, is dat dit vaak op meer dan 15% van je bruto jaarsalaris uitkomt. Dat is per maand is gauw 5 tot 10 procent van je netto inkomen.
Een goed pensioen? Dat is afhankelijk van hoeveel je nodig hebt, hoe je huishouden eruit ziet en wat uitgeeft. Heb je bijvoorbeeld lage woonlasten of een dure hobby? Dan verschilt sterk wat voor jou een goed pensioen is en of je dus een pensioentekort hebt.
Wanneer je naar een andere werkgever gaat, is het wijs om je oude en nieuwe pensioen te vergelijken. Zo kun je deel uit maken van een collectieve pensioenregeling of wordt een bepaald bedrag van je salaris gereserveerd voor je pensioen. Of misschien zette je zelf geld opzij voor je pensioenregeling. Check goed hoe het geregeld is bij je nieuwe werkgever.
Het loont ook vaak om de nieuwe arbeidsvoorwaarden even voor te leggen aan een onafhankelijk adviseur. Deze kan het aanbod voor je doorrekenen en kan je argumenten meegeven in je onderhandeling met je nieuwe werkgever.
Tijdens je sollicitatie komt op een gegeven moment je contract met de arbeidsvoorwaarden aan bod als het goed gaat. Afhankelijk van de sollicitatieprocedure is dit meestal het tweede of derde gesprek. Hierin worden je primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden afgesproken. Vraag hierin naar het salaris, maar geef ook aan wat je nog meer belangrijk vindt, zoals hoe je dagen eruit zien, wat je werktijden zijn en of er targets of beoordelingen en bonussen zijn.
Bij vacatures staan vaak al primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden vermeld. Zo geven ze een indicatie van wat je gaat verdienen, maar laten ze je ook vast kennismaken met je werkomgeving.
Wanneer je het gesprek in gaat, kun je hierop terugkomen. Vraag naar hoe het pensioen geregeld is of wat voor opleidingsmogelijkheden ze kunnen bieden. Het komt beter over wanneer je niet teveel op geld, bonussen en salaris focust, een werkgever wil immers graag dat je voor de werkinhoudelijke uitdaging komt.
Tijdens je salarisonderhandeling kun je meteen afspraken maken over secundaire arbeidsvoorwaarden. Bedenk vooraf waarmee een werkgever jou warm kan maken en wat voor jou belangrijk is. Wil je zelf je werktijden bepalen of dat je vervoer geregeld wordt? Dan geeft dit wat ruimte voor onderhandeling.
Stel dat je toekomstige werkgever je niet het salaris biedt wat je wilt, dan kun je proberen dit te compenseren met secundaire voorwaarden. Denk aan een bonus of provisieregeling, maar misschien kunnen ze ook een auto van de zaak of telefoon met een abonnement bieden. Hierdoor kun je kosten besparen zodat je meer salaris overhoudt.